Eigenaarschap of auteurschap?

Meer dan ooit realiseren organisaties zich dat nu niet kansen, maar risico’s verandervermogen vragen. Dit vraagt niet alleen een andere benadering van organisatieontwikkeling, maar ook om een andere taal. Wat is die taal en hoe ontwikkel je die?

Wendbaarheid of veerkracht?

Nog niet zo lang geleden was het voor veel organisaties van groot belang om wendbaar genoeg te zijn of worden, om in te spelen op kansen van digitalisering, mondialisering en individualisering. Na een pandemie, in een politieke en economische context van een oorlog, met een arbeidsmarkt onder druk, een knellend stikstofdossier, overstromingen, een containerschip dat in het Suez kanaal vastloopt, met energievoorziening onder bedreiging en afnemend vrij besteedbaar inkomen zijn we snel in een andere wereld terechtgekomen. Het gaat nu niet om wendbaarheid, maar om veerkracht.

Taal voor ontwikkeling

Veel bedrijven, overheden en instellingen streven naar eigenaarschap bij medewerkers. Het woord eigenaarschap betekent de hoedanigheid van bezitter hebben; bezitter zijn van iets[i]. Van meer eigenaarschap verwachten veranderaars, leidinggevenden, bestuurders en stakeholders een positieve invloed op wendbaarheid. Misschien is dat voor wendbaarheid zo, maar voor de ontwikkeling van veerkracht helpt het niet. Ik laat zien dat dit woord in een beperkend paradigma staat, tegenstellingen aanwakkert en breek er een lans voor, dat we het auteurschap stimuleren. Dat woord past beter bij de organisatieontwikkeling waaraan veel mensen en organisaties en onze samenleving als geheel behoefte heeft.

Woorden doen ertoe

Een kort verhaal. In een eerder artikel over cultuurontwikkeling[iii] introduceerde ik een burgemeester die twee programmateams aan het werk zet, om de criminaliteit in haar stad aan te pakken. Het eerste team wordt aan het werk gezet met een opdracht waarin de crimineel als monster wordt omschreven. Team twee krijgt dezelfde opdracht om criminaliteit aan te pakken, maar met een omschrijving van criminaliteit als virus. Het eerste team stelt uitbreiding van het justitieel apparaat voor. Het tweede team een op veerkracht en inclusie gerichte wijkaanpak. Hetzelfde doel, verschillende woorden, verschillende aanpakken, verschillende uitkomsten. Er is geen goed of fout woord. Er is een verschil in effect. Door verschillende manieren van spreken en nadenken over een vraagstuk, komt het geheel verschillend in beweging. Het roept de vraag op: Met welke taal wil jij ontwikkelen?

Jeukwoord 2018

In 2018 gaat het Algemeen Dagblad op zoek naar de irritantste kantoorwoorden[iv] ‘want jeukwoorden zijn nóg jeukiger als je ze hoort op je werk’. ‘Eigenaarschap tonen’ is met 18 procent van de stemmen uitgeroepen tot het ergste kantoorwoord. Japke-d Bouma is voorvechtster van duidelijke taal en auteur van boeken met titels als ‘Ga lekker zelf in je kracht staan’ en ‘Hoe vind je zélf dat het gaat?’. Zij snapt die keuze wel: “Omdat het totaal onduidelijk is wat ermee wordt bedoeld; velen geen idee hebben hoe het moet; het heel gewichtig klinkt én omdat iedereen zich erachter kan verschuilen - omdat niemand durft te vragen wat het nou precies betekent.” Het is natuurlijk niet handig om voor ontwikkeling woorden te kiezen die weerstand oproepen, maar dat zou wellicht nog een overkomelijk bezwaar zijn – er is altijd wel wat. Mijn bezwaar is fundamenteler. Toch ga ik eerst nog even in op die onduidelijkheid.

Er is geen goed of fout woord.

Er is een verschil in effect.

Eigenaarschap

Eigenaarschap wordt omschreven met ‘jezelf ergens over ontfermen, daarbij de volledige verantwoordelijkheid nemen en duidelijke keuzes maken in je leven[v]’. Als mensen eigenaarschap tonen, dan doen ze dingen omdat ze die intrinsiek belangrijk vinden en zich verantwoordelijk voelen voor het resultaat. Onderzoeksbureau Motivaction[vi] heeft acht factoren bepaald die van invloed zijn op eigenaarschap: eigen verantwoordelijkheid, zelfvertrouwen, onderling vertrouwen, alignment, oplossingsgerichtheid, ontplooiingsmogelijkheden, pro-activiteit en rolduidelijkheid. Uiteraard is er een onderzoeksinstrument.

Martine Veeger vlogt over eigenaarschap[vii]. Eigenaarschap richt zich niet op ‘vage begrippen zoals communicatie, maar op concrete operationele doelen’. Zij legt uit dat mensen met eigenaarschap niet naar boze buitenwereld wijzen als een doel niet wordt gehaald, maar naar zichzelf. Deze mensen stellen zichzelf vragen als: “Wie zorgt ervoor dat het goed komt?”, “Wat heb ik eraan gedaan dat het goed komt?” en “Wat kan ik zelf nog méér doen?” ‘Leidinggevenden kunnen eigenaarschap creëren met heldere operationele doelen, KPI’s en kaders. Zo worden medewerkers betrokken en bevlogen en krijgen leidinggevenden de rust en het overzicht’, aldus Martine.

Natuurlijk moeten we verantwoordelijkheid nemen en elkaar daarin stimuleren en aanspreken: een lacune die Motivaction en Martine terecht zien. Daarvoor zijn veel woorden beschikbaar. De vragen in hedendaagse organisatieontwikkeling zijn echter fundamenteler: aan welke verandering wil de organisatie bijdragen? Hoe organiseren we ieders persoonlijke bijdrage daaraan?

Fundamentele kritiek

  • “Wat heb ik eraan gedaan dat het goed komt?” Je kunt teveel verwachten van jezelf.

  • “Wie zorgt er voor dat het goed komt?” Je kunt ook teveel verwachten van een ander.

  • “Waarvan ben jij de eigenaar?” Wat als doelen niet zo maakbaar zijn, ambigue of bijvoorbeeld over gedragsverandering gaan?

Begrippen als ‘bezit’ en ‘eigenaarschap’ zijn nauw verbonden met een neoliberale economische ideologie, belangen en conflicten. Onze moderne samenleving kent - sinds eigenaarschap de meest fundamentele maatschappij-ordening[viii] is – toenemende bijna onoplosbare problemen: armoede, klimaatverandering, het gezondheidsinfarct, uitbuiting, massa-immigratie, afnemende biodiversiteit,… de lijst is lang. De manier van denken, die deze uitkomsten veroorzaakt, kan de uitkomsten niet veranderen en het is belangrijk te beseffen, dat we allemaal denken in taal.

Auteurschap wijst ons naar de toekomst,

waar eigenaarschap ons terugvoert naar het verleden.

Auteurschap wijst ons naar de toekomst

Het begrip eigenaarschap stamt uit een tijd waarin we het inhoudelijke, technologische en economische fundament voor onze moderne samenleving leggen, met de mens aan de machine. Daaraan hebben we - al was voor velen een erbarmelijke tijd - veel te danken. Het begrip wendbaarheid wordt gemunt in de transitietijd waarin organisaties aan de slag gaan met maatwerk, levertijden, de mens in het proces en een onwrikbaar geloof in kennis en maakbaarheid.

Het wordt velen duidelijk dat we er hiermee niet komen. Creativiteit, overzicht, aandacht voor elkaar en hoop zijn nodig om het verhaal van de samenleving - organisatie voor organisatie - fundamenteel te herschrijven. Daar past het begrip auteurschap bij. ‘Een auteur is de oorspronkelijke geestelijke eigenaar van een creatief werk. De term wordt vaak synoniem gebruikt met schrijver of journalist. Maar ook heeft bijvoorbeeld elk muziekstuk een auteur: de componist of arrangeur.’[ix]

De eigenaar heeft dus een bezit, de auteur vervult een rol, waarin de veranderkundige, de leidinggevende, bestuurder of stakeholder de zich ontwikkelende organisatie verder brengt. Want om de veranderingen betekenis te kunnen geven en veerkrachtig te blijven is het nodig het organisatieverhaal te blijven herschrijven. Daar zijn we nog niet klaar mee. De leiding, medewerkers en het bestuur van organisaties in transitie, stellen zich meer dan ooit de vraag: wat is het volgende hoofdstuk van onze organisatie? Ander gedrag vereist een nieuw verhaal en de actieve rol van de auteur(s). Auteurschap wijst ons naar de toekomst, waar eigenaarschap ons terugvoert naar het verleden.

Veerkrachtversterkers

Misschien herken je de benodigde invalshoek van veerkracht. Misschien zet dit semantische perspectief je aan het denken en vraag je je af: wat kan ik hiermee? Hoe toepasbaar is dit voor mij? Kijk eens naar taal als een aspect van je visie op organisatieontwikkeling. Wat doe jij actief daarmee? Taal is niet het enige aspect dat van belang is bij veerkrachtontwikkeling, maar wel belangrijk en wellicht herken je hoezeer het wordt onderschat. Hieronder een kort lijstje met de visie van een groep veerkrachtversterkers die ik graag met je deel:

  1. Om veerkracht te versterken werken we aan auteurschap en niet aan eigenaarschap. We gebruiken waarderende taal. Door met het verhaal aan de slag te gaan, groeit de veerkracht.

  2. Veerkrachtige organisaties richten zich op hun probleemoplossend vermogen in plaats van op hun problemen. Dit impliceert een integrale in plaats van resultaatgerichte benadering.

  3. Veerkracht gaat over ontwikkeling van aandacht, realiteitszin en hoop. Mensen dragen naast het heden en het verleden ook de toekomst in zich. Al deze perspectieven hebben waarde.

  4. Het gaat er niet om wat een organisatie wil, maar om wat deze in de context kan. Niet alles is maakbaar. Werk daarom niet aan competenties maar aan capabilities.

  5. Een experimentele benadering is ‘lerend’ in plaats van ‘wetend’. Een experiment mislukt nooit, tenzij je het niet evalueert en ervan niet leert. Meting ondersteunt leren en ontwikkelen.

Toepasbaarheid

  • Welke taal helpt de stad verder: Criminaliteit als monster of criminaliteit als virus?

  • Welke taal helpt de organisatie verder: Eigenaarschap of auteurschap?

Voor een organisatie die vanuit deze visie toepassingsgericht met taal aan de slag wil, bied ik een workshop waarin deelnemers de voor ontwikkeling belangrijke begrippen (zelfstandige naamwoorden zoals talent, waardecreatie, duurzaamheid, samenwerking) ‘laden’ met synoniemen. Tijdens de workshop komt de tijdgeest van het verleden, de transitietijd en de nieuwe tijd in hun taal tot leven. De deelnemers leren de bouwstenen van het huidige organisatie-denken kennen. Zij herkennen mogelijkheden voor beter en meer veerkrachtig denken.

De kennis om deze workshop zelf te verzorgen, vormt één van de veertien interventies uit de leergang veerkracht organiseren van Veerkracht College, waar veerkrachtversterkers van harte welkom zijn.

Welke taal helpt jullie ontwikkeling verder?

Maarten de Winter is sociologisch econoom, spreker, adviseur, coach en masterdocent.

Verwijzingen